CO2-neutraal

Om tot een CO2-neutraal project te komen is de duurzaamheidszandloper toegepast. In de zandloper is er aan de ene kant aandacht voor het reduceren van de CO2-uitstoot van het ontwerp en de uitvoering, en aan de andere kant voor het compenseren van de CO2-uitstoot door CO2-opslag in beplanting en het opwekken van duurzame energie. De maatregelen die zijn toegepast om tot een CO2-neutraal te komen zijn toegelicht bij de andere thema’s. In dit overzicht wordt gekeken naar de ontwikkeling van een CO2-neutraal project tijdens het ontwerptraject en waar de zwaartepunten liggen.

In de Verkenningsfase is de CO2-uitstoot van het Kansrijk Alternatief Dijk (KRA) ingeschat op 750.000 ton. In dit alternatief was enkel nog uitgegaan van de dijkversterking (rivierverruiming en gebiedsontwikkeling waren geen onderdeel van de scope) én de benodigde grond zou moeten worden aangevoerd van circa 75 km afstand. Voor het Voorkeursalternatief (VKA) zijn de dijkversterking, rivierverruiming en de gebiedsontwikkeling gecombineerd, wat het mogelijk maakte om te werken met gebiedseigen grond bij het versterken. Hierdoor is de totale CO2-footprint gezakt naar circa 150.000 ton CO2.

In de VO-fase is de CO2-uitstoot vastgesteld op 102.000 ton CO2. Om deze waarde te bepalen is met een bepaalde onzekerheid gerekend, zowel in hoeveelheden als in CO2-waardes. In de eerste ontwerploop van de DO-fase (OL1) zijn optimalisaties uitgevoerd met name betrekking tot de constructies en de beplanting wat resulteert in een netto CO2-waarde van 61.000 ton CO2. In de tweede ontwerploop (OL2) is gekeken om constructies te vervangen door grondoplossingen. Dit heeft ervoor gezorgd dat de CO2-uitstoot van het grondverzet omhoog is gegaan, maar van de constructies omlaag. Wel in minder mate dan verwacht doordat op enkele locaties toch bij nader inzien constructies moeten worden geplaatst voor een veilige dijkversterking. In de derde ontwerploop bleek dat tweemaal (DO - OL3 en DO - OL3 4.0) dat van verschillende schermen de lengte moest worden vergroot. Hier staat tegenover dat er in deze ontwerpronde is geoptimaliseerd in het grondverzet door de diesel te vervangen door HVO100. In de DO+-fase is gekozen om een duurzame type damwand op te nemen in het ontwerp en enkele compensatiemaatregelen op te nemen (zonnepanelen en inzet van hybride aggregaten). Daar staat tegenover dat is gekozen om voor een deel van het materieel diesel te gebruiken als brandstof en de scope van de verharding is duidelijker geworden. Met de huidige set van maatregelen is de netto CO2-uitstoot 5.800 ton CO2.

Wanneer meer in detail wordt gekeken naar de CO2-uitstoot in de verschillende fases (KRA is buiten beschouwing gelaten, omdat het verschil met de andere ontwerpen te groot is). wordt zichtbaar dat met name in de constructies optimalisaties zijn doorgevoerd. De besparing van staal zorgt er wel voor dat er meer grondoplossingen benodigd zijn, wat ervoor zorgt dat de besparing in de CO2-uitstoot qua grondverzet beperkt is. Tegelijkertijd is de berekende CO2-compensatie toegenomen. De grootste winst komt doordat ten opzichte van de VO-fase meer oppervlakte beschikbaar is gemaakt voor de ontwikkeling van ooibos en rietmoeras. Ook de inzet van zonnepanelen en hybride aggregaten (vanaf DO+) zorgt voor een compensatie in de CO2-emissies.

CO2-beprijzing

Een andere manier om naar de CO2-uitstoot te kijken is met behulp van de CO2-prijs. De CO2-prijs is een manier om de maatschappelijke kosten van 1 ton CO2 uit te drukken: hoeveel moeten wij als maatschappij betalen om de effecten van 1 ton CO2 te mitigeren. Hierbij geldt dat lange tijd in Nederland werd gerekend met een prijs van € 50,- per ton CO2. Tegenwoordig wordt gekeken naar een verhoging van deze prijs. Vanuit de Unie van Waterschappen wordt voor de periode 2022 - 2030 gerekend met een range van € 100 - € 140 per ton CO2 en 140-290 €/ton CO2 voor de jaren na 2030.

De gemeente Amsterdam en de provincie Utrecht gaan nog een stap verder op dit gebied. De gemeente Amsterdam hanteert per ton CO2-emissies nu een prijskaartje van €418 voor 2023. De provincie Utrecht hanteert zelfs een dubbele van deze prijs: € 875 per ton CO2 om zo de toekomstige schade van de klimaatverandering te beperken, en ook om medeoverheden en marktpartijen uit te dagen haar voorbeeld te volgen.

In het dashboard is de mogelijkheid ingebouwd om de CO2-uitstoot te koppelen aan een CO2-prijs. Hierbij kan de gebruiker zelf de prijs bepalen, variërend van € 100 tot € 875. Op deze manier kan een indruk worden gewekt wat de maatschappelijke kosten zijn als er een daadwerkelijke prijskaart wordt gehangen aan het project.