CO₂-neutraliteit

Voor het Voorlopig Ontwerp (VO) is de CO₂-impact bepaald voor de dijkversterking en de gebiedsinrichting, maar is er ook gekeken in welke mate de CO₂-uitstoot ook gecompenseerd kan worden. Voor het bepalen van de CO₂-uitstoot van de werkzaamheden is gebruik gemaakt van milieudata uit de DuboCalc-bibliotheek, terwijl voor de compensatie is gerekend met een rekentool van Probos en Face the Future, die in opdracht van de projectorganisatie is aangepast aan de speciale omstandigheden van het project, met name ten aanzien van natuurlijke ooibos- en rietmoerasontwikkeling.

In de onderstaande grafiek is weergegeven wat de berekende CO₂-uitstoot is van het Werk in het VO en hoeveel CO₂-uitstoot kan worden gecompenseerd met de aanleg van ooibos en struweel. Netto is er dan een uitstoot van ca. 101.800 ton CO₂. De zelfrealisatie-gebieden zijn niet meegenomen in deze berekeningen. 

In deze fase is er nog wel een grote mate van onzekerheid. Daarom is voor het Werk een onzekerheidsmarge van 30% gehanteerd en is voor de compensatie-opgave gerekend met een aantal scenario’s. Qua uitstoot is in de berekeningen gerekend met in het positieve scenario een uitstoot van 84.560 ton CO₂, maar in het slechtste geval met een CO₂-uitstoot van 157.040 ton.

Ook voor de compensatie-opgave is gerekend met een verschillende scenario’s, afhankelijk van de mate waarin nieuw ooibos en rietmoeras wordt gecreëerd. In het VO is gerekend met een baseline-scenario van 70/30: 30% van het gebied wordt ingevuld met ooibos en rietmoeras. Wanneer dit aandeel hoger wordt, neemt de CO₂-compensatie toe. In het geval van een 50/50 wordt de CO₂-compensatie 52.700 ton CO₂, terwijl bij een maximale invulling er 67.200 ton CO₂ kan worden gecompenseerd. Hierbij is het belangrijk om te realiseren dat er een periode van ongeveer 60 jaar nodig is om de CO₂ te compenseren, omdat er ieder groeiseizoen CO₂ wordt vastgelegd, totdat de vegetatie 'verzadigd' is en er geen nieuwe CO₂ meer wordt opgenomen.