Biodiversiteit

Het gebied van de Meanderende Maas zal een spectaculaire transformatie ondergaan. Waar de buitendijkse gebieden overwegend in traditioneel agrarisch gebruik zijn, zal straks de waterdynamiek van de Maas en successie in combinatie met integrale begrazing door grote grazers het landschapsbeeld gaan bepalen. De maatregelen dragen sterk bij aan het aaneensmeden van een robuust en aaneengesloten natuurgebied tussen ’s-Hertogenbosch en Grave van meer dan 3000 ha, met de Maas als ruggengraat en dat bij Sint Andries de aansluiting vindt op het systeem van de Waal. Naast de rivier zelf, omvat dit systeem een grote variatie aan natuurtypen, zoals dynamische rietmoeras, droog schraalland, kruiden- en faunarijk grasland, stroomdalgrasland, ruigtevelden en droge en natte ooibossen. De hoeveelheid aaneengesloten nieuwe natuur (circa 600 ha) is op zichzelf al substantieel, maar vormt ook de missing link tussen andere natuurgebieden langs de Maas, zodat in totaliteit een rivier- en moeraslandschap kan ontstaan van hoge kwaliteit.

Gebruik de slider om geleidelijk te wisselen tussen de twee afbeeldingen.

Diedensche Uiterdijk nu
Diedensche Uiterdijk straks

Diedensche Uiterdijk nu en straks

Binnen het scala aan natuurtypen valt ook een kleine 7 km aan geulen op die volgens de KRW-eisen zijn ingericht. Grotendeels gaat het om stilstaande geulen, die naast de hoogwaterstandsdoelstelling ook natuur- en waterkwaliteitsdoelen dienen. Bij de inrichting van de geulen is met name rekening gehouden met flauwe taluds en extra diepe plekken waarin allerlei soorten bij extreem laag water kunnen overleven (refugia).

Het waterschap tenslotte is bezig om naast een goede inrichting van de nieuwe dijktaluds, ook te kijken naar een effectief maaibeheer om de biodiversiteit van de dijk verder te vergroten. Dit leidt tot een vergroting van het aandeel bloeiende planten op de dijk met een positief effect op vlinders en andere insecten en het verbeteren van overwinteringsmogelijkheden voor deze soorten.